Het is belangrijk te weten welke bloedgroep je hebt voor het geval je een bloedtransfusie nodig hebt. De volgende bloedgroepen zijn mogelijk: A, B, AB of 0.
Rhesus-D
Wat ook van belang is, is te weten of je Rhesus-D positief of negatief bent. 84% van de zwangeren is Rhesus-D-positief, 16% is Rhesus-D-negatief. Als je Rhesus-D-positief bent, heeft dit verder geen consequenties.
Rhesus-D-negatieve vrouwen krijgen extra onderzoek tijdens de zwangerschap om complicaties te voorkomen. Complicaties kunnen optreden wanneer een Rhesus-D-negatieve moeder zwanger is van een kind die Rhesus-D-positief is.
Tijdens de zwangerschap is er namelijk een kleine kans dat er bloed van de baby in de bloedbaan van de moeder komt. Als dit gebeurt kan de Rhesus-D-negatieve moeder antistoffen vormen tegen het Rhesus-D-positieve bloed van het kind. Deze gevormde antistoffen kunnen de placenta passeren en zo bij de baby terechtkomen. Deze antistoffen kunnen het bloed van de baby afbreken, waardoor er bij deze, of een eventueel volgende baby, bloedarmoede kan ontstaan.
Om een dergelijke complicatie te voorkomen wordt er bij alle Rhesus-D-negatieve vrouwen bij 27 weken bloed afgenomen. Hierin worden twee dingen onderzocht: (1) Of er Rhesusantistoffen aanwezig zijn in het bloed van de moeder en (2) Wat de Rhesus-D-factor van het kind is. Hiervoor gebruikt men erfelijk materiaal (DNA) van het kind dat in kleine hoeveelheden aanwezig is in het bloed van de moeder.
Als uit dit 27-weken-bloedonderzoek blijkt dat het kind dezelfde Rhesus-D-factor heeft als moeder, en dus Rhesus-D-negatief is, is extra bloedonderzoek naar Rhesusantistoffen niet meer nodig. Als het kind Rhesus-D-positief blijkt, krijg je bij 30 weken zwangerschap en na de bevalling een injectie toegediend met anti-Rhesus-D-immunoglobuline. Deze injectie zorgt ervoor dat de eventuele aanmaak van Rhesus-D-antistoffen wordt stilgelegd.
Ook in een aantal bijzondere verloskundige situaties, zoals een miskraam na 10 weken zwangerschap, een draaipoging van een baby in stuitligging en een ernstige val op de buik, krijg je (extra) anti-Rhesus-D-immunoglobuline toegediend.
Rhesus-c
Ongeveer 18% van alle zwangeren heeft bloedgroep Rhesus-c-negatief. Net als bij de Rhesus-D-factor, maken sommige zwangeren antistoffen tegen het bloed van de baby als deze bloedgroep Rhesus-c-positief heeft.
Om dit te onderzoeken wordt bij alle vrouwen die Rhesus-c-negatief zijn bij 27 weken bloedonderzoek ingezet om te bepalen of er Rhesus-c-antistoffen aanwezig zijn in het bloed van de moeder. Mocht dit het geval zijn, wordt er verder onderzoek gedaan.